ID
Urban : 102
Soort
Park
Deze tuin van 5 hectare wordt beheerd door de Université Libre de Bruxelles voor de opleiding van studenten in landbouwkunde en plantkunde.
De tuin werd oorspronkelijk aangelegd door professor Jean Massart die op een plek in de onmiddellijke buurt van zijn studenten biotopen wou reconstrueren die representatief waren voor de verschillende vegetatievormen in België. Zo bevindt zich hier onder meer een vochtige zone met een oppervlakte van bijna een hectare, die typisch is voor de Brabantse vochtige gebieden. Op het terrein liggen twee poelen die gevoed worden door enkele natuurlijke bronnen. De oevers zijn begroeid door elzen, wilgen en een groot rietveld. De flora, die voor een groot gedeelte spontaan gegroeid is, werd om educatieve redenen aangevuld met zeldzame inlandse soorten. De tuin is een broedplaats voor bruine kikkers, padden en watersalamanders, en vormt ook een toevluchtsoord voor tol vain ongewervelde waterdieren waaronder verscheidene soorten waterjuffers. Onder impuls van professor Duvignaud is deze plek ook uitgegroeid toit een open luchtlaboratorium voor de studie van ecosystemen (klimatologie, productiviteit, beheer...).
Ondanks zijn hoofdzakelijk pedagogische functie biedt dit landschap de bezoeker ook een verzorgde landschappelijke inrichting. Naast de aanwezigheid van een grote boomgaard met talrijke minder gangbare fruitboomsoorten, staan er ook vele boomgroepjes met meestal vrij ongewone inlandse en uitheemse wouden sierboomsoorten.
De tuin herbergt ook een verzameling van meer dan 400 verschillende geneeskrachtige planten, een naaldboomtuin met enkele erg zeldzame soorten en een plaats waar de vegetatieve evolutie wordt uitgelegd.
De tuin werd oorspronkelijk aangelegd door professor Jean Massart die op een plek in de onmiddellijke buurt van zijn studenten biotopen wou reconstrueren die representatief waren voor de verschillende vegetatievormen in België. Zo bevindt zich hier onder meer een vochtige zone met een oppervlakte van bijna een hectare, die typisch is voor de Brabantse vochtige gebieden. Op het terrein liggen twee poelen die gevoed worden door enkele natuurlijke bronnen. De oevers zijn begroeid door elzen, wilgen en een groot rietveld. De flora, die voor een groot gedeelte spontaan gegroeid is, werd om educatieve redenen aangevuld met zeldzame inlandse soorten. De tuin is een broedplaats voor bruine kikkers, padden en watersalamanders, en vormt ook een toevluchtsoord voor tol vain ongewervelde waterdieren waaronder verscheidene soorten waterjuffers. Onder impuls van professor Duvignaud is deze plek ook uitgegroeid toit een open luchtlaboratorium voor de studie van ecosystemen (klimatologie, productiviteit, beheer...).
Ondanks zijn hoofdzakelijk pedagogische functie biedt dit landschap de bezoeker ook een verzorgde landschappelijke inrichting. Naast de aanwezigheid van een grote boomgaard met talrijke minder gangbare fruitboomsoorten, staan er ook vele boomgroepjes met meestal vrij ongewone inlandse en uitheemse wouden sierboomsoorten.
De tuin herbergt ook een verzameling van meer dan 400 verschillende geneeskrachtige planten, een naaldboomtuin met enkele erg zeldzame soorten en een plaats waar de vegetatieve evolutie wordt uitgelegd.