ID
Urban : 125
Soort
Park
Het park van Brussel, een groen gebied, is een erfenis uit de Middeleeuwen. Het heeft een oppervlakte van 13 ha. Oorspronkelijk was het een domein naast de prinselijke residentie. Het vervulde vooral de rol van jachtreserve (« de Warande »). Pas later werd het een bebouwde zone. Deze landerijen van het hertogelijk paleis waren gedeeltelijk toegankelijk voor iedereen. Dit bijzonder statuut verklaart waarom het park in het hartje van de stad tot vandaag behouden is gebleven. In april 1775 laat de vertegenwoordiger van Wenen aan de stad weten, dat Karel van Lotharingen wenst dat men het park een nieuwe vorm zou geven « om zo de toegankelijkheid voor het publiek te vergemakkelijken en tegelijkertijd bij te dragen tot de verfraaiing van de hoofdstad en haar zo om te vormen tot waardige verblijfplaats van het Hof en tot bezienswaardigheid voor de buitenlanders ». In juli 1776 overhandigt Maria-Theresia de nieuwe privilegebrieven. De stad wordt dus belast met de verfraaiingswerken van het park en van de lanen die het omgeven en doorkruisen. De regering van haar kant financiert de beplantingen. Het nieuwe park breekt resoluut met het verleden avant alles wordt geëgaliseerd en opnieuw aangelegd. Er worden 1218 bomen geveld om nieuwe lanen aan te leggen maar daarnaast worden er ook 3284 nieuwe bomen geplant. Dit is het eerste grote voluntaristische stedebouwkundige werk om in Brussel een hele wijk van de stad te vernieuwen. De plannen van het park, van de band van Joachim Zinner en Barnabé Guimard, tonen duidelijk dat deze ruime vierhoek, opnieuw aangelegd naar Fransmodel, een middel moet worden om de omliggende wijken te reorganiseren. Rond een groot cirkelvarmig bassin gaat het ontwerp immers uit van drie lanen in de vorm van een eendepoot. Ze geven uitzicht op het Justitiepaleis, op het Koninklijk Paleis en op het Troonplein. De verlenging van de loodrechte lanen door de Belliardstraat, de Zinnerstraat en de Wetstraat zullen vervolgens dienen als geraamte voor het ontwerp van de Leopoldswijk. Ondanks dit streven naar een open structuur bleef de eenheid van het park gevrijwaard door de oprichting van neoclassicistische gebouwen rondom het park. Een vijftigtal opmerkelijke beeldhouwwerken met mythologische en klassieke inspiratie sieren sinds 1780 het park. De meeste komen uit het voormalige labyrint van het hertogelijk park, van het hotel Turn en Taxis en van het kasteel van Tervuren. Een aantal beelden werd in de loop van vorige eeuw evenwel vervangen door kopieën.Naast talrijke jachttaferelen aan de uiteinden van de lanen, uitgevoerd door Godecharle, vindt men enkele belangrijke recentere werken, zoals de Blaffende Hond van De Tombay (1895), een Maria Magdalena liggend in een grot van Jérôme Duquesnoy (in het lager gelegen gedeelte aan de kant van het Koninklijk Paleis), een Ambiorix en een Vircengetorix van Payenbroeck (1842). Daarnaast ook nog een kleine fontein voor kinderen die een jong meisje met schelp en kruik voorstelt, eveneens van de band van de Tombay (1901).
Het park bezit ook een mooie kiosk, in 1841 door jean Pierre Cluysenaar gebouwd, evenals een onlangs gerestaureerd Waux-Hall. Langs de centrale laan van het park staan hoofdzakelijk platanen. De twee lanen die in de richting van het Koningsplein en van het Troonplein lopen, zijn respectievelijk beplant met wilde kastanjebomen en een zeer afwisselend mengsel van hoogstammige bomen (esdoorn, beuk, plataan, kastanjeboom). De twee dwarslopende lanen zijn beplant met olmen en beuken. Aan de randen van het park vindt men daarenboven een dubbele rij opgebonden linden die het kunstig bewerkte beeld van dit zeer mooie en loverrijke geheel versterken.
Het park bezit ook een mooie kiosk, in 1841 door jean Pierre Cluysenaar gebouwd, evenals een onlangs gerestaureerd Waux-Hall. Langs de centrale laan van het park staan hoofdzakelijk platanen. De twee lanen die in de richting van het Koningsplein en van het Troonplein lopen, zijn respectievelijk beplant met wilde kastanjebomen en een zeer afwisselend mengsel van hoogstammige bomen (esdoorn, beuk, plataan, kastanjeboom). De twee dwarslopende lanen zijn beplant met olmen en beuken. Aan de randen van het park vindt men daarenboven een dubbele rij opgebonden linden die het kunstig bewerkte beeld van dit zeer mooie en loverrijke geheel versterken.