Park van Vorst

In 1875 biedt Leopold II zijn hulp aan de gemeenten Vorst en Sint-Gillis voor de aanleg van een ruim park « met als doel de arbeidersklasse een plaats te geven waar ontspannen en wandelen in zuivere lucht mogelijk zou zijn ». Ingenieur Victor Besme maakt nog hetzelfde jaar de plannen op voor de afbakening van het park volgens het landschapstype. De koninklijke archieven getuigen van de grote belangstelling die de Vorst voor de aanleg van het park toonde. De kwaliteit van de gebruikte teelaarde, de aard van de plantensoorten, de plaats van de bomen, van de grasperken en van de banken ontsnapten niet aan zijn aandacht en hij bracht talrijke bezoeken aan de werf. De vorst heeft veel waardering voor het talent van tuinarchitect Lamé, die ook het park van Woluwe en het Koninklijk Domein aanlegde en doet een beroep op hem om het oorspronkelijke tracé te wijzigen, onder meer om een zicht te hebben op de koepel van het Justitiepaleis.

 

Het park van Vorst ligt naast het Dudenpark waarmee het in 1949 verbonden werd door de Laînésquare en heeft een gunstige zuidoostelijke ligging. Het park is samengesteld uit drie grote grasperken met een zeer open structuur. Het grootste gedeelte van de 13 ha bestaat uit wegen, bloem- en grasperken.

 

Nochtans vindt men er ook beuken, kastanjebomen, essen, taxussen, rododendrons, berken, Italiaanse populieren, linden, notelaars, ahornen en kleine esdorens maar ook enkele exotische boomsoorten zoals de catalpa, dennen, atlantische ceders, ...