ID
Urban : 3
Soort
Park
De tuinen van de ter Kameren Abdij behoren tot de moniste historische tuinen van de hoofdstad. Ze werden in 1720 aan gelegd als Franse tuinen. Ze hadden een totale oppervlakte van 5 ha. In 1930 werden ze gerestaureerd door de tuinarchitect Jules Buyssens, die nu een neorenaissancestijl volgde. Ze werden aangelegd in vijf opeenvolgende terrassen waarvan de hoofdas, uitgaande van de zuidelijke hof, begint met een indrukwekkende ingang met een dubbele trap in Lodewijk XIV-stijl. Via de trap bereikt de bezoeker het eerste terras. Dat is een doorgangspromenade die naar het geheel van de plaats en de gebouwen van de abdij leidt. Het tweede terras is eerder een « prosopée » wandeling. Het tracé en de gebruikte volumes brengen dat tot uiting. Het derde terras werd ontworpen als een stijlvolle tuin waarvan het meer uitgewerkte tracé een « verfijnde » wandelplek wil zijn. Het vierde terras is een neorenaissancetuin met een wat minder sober karakter. Het vijfde terras, waarvan enkel de rechte trap is overgebleven, is vandaag vervangen door de brede E. De Motlaan. Oorspronkelijk reikte het evenwel tot aan de voet van de gebouwen die vandaag aan de overkant van de laan te vinden zijn. Het Elsense gedeelte van de tuinen wordt als een park beheerd en is dichter begroeid, met bomen op de hellingen. Men vindt er ook een rechthoekige vijver waar talrijke vogels een onderkomen hebben gevonden in de talrijke stniikjes, hagen en bomen.